In juni was ik in de Minardschouwburg in Gent voor een bijzondere voorstelling. Guido Lauwaert bracht er voor de áller áller állerlaatste keer de monoloog Lijmen naar het gelijknamige werk van Willem Elsschot. De roman van Elsschot kan binnen enkele jaren zijn 100ste verjaardag vieren en de voorstelling met Lauwaert heeft liefst twintig jaar op de affiche gestaan. Bijster hip kan je dit dus niet noemen. Toch is het werk in zekere zin nog verrassend actueel…

Humanioralectuur

De roman Lijmen doet wellicht een belletje rinkelen. Als hij al geen verplichte humanioralectuur was, dan prijkte hij vast op de lijst met aanbevolen boeken. Hoe zat het verhaal weer in elkaar, hoor ik je vragen. Wel, kort door de bocht, Laarmans treedt als secretaris in dienst bij Boorman, een zakenman die de kost verdient met het Algemeen Wereldtijdschrift voor Financiën, Handel, Nijverheid, Kunsten en Wetenschappen.

Boorman leert Laarmans de kunst van het ‘lijmen’. Deze bestaat erin om goedgelovige bedrijfsleiders te overtuigen een artikel te publiceren in het Wereldtijdschrift en hen zo veel mogelijk exemplaren van de publicatie aan te smeren tegen een fikse prijs. Die kunnen de zaakvoerders dan gebruiken als reclamebrochure.

Voor de zakenmensen die overstag gaan, schrijven Boorman en Laarmans een artikel met prachtige volzinnen die het bedrijf aanprijzen als het beste in zijn soort. Wat de bedrijfsleiders echter niet weten, is dat de artikels voor alle bedrijven zo goed als identiek zijn. Hier en daar wordt een term ‘gepersonaliseerd’, maar verder is copy/paste het codewoord. Wat ze ook niet weten, is dat de exemplaren die ze bestellen, de enige exemplaren zijn die ooit van de drukpers rollen.  En hoe ze van hun tienduizenden kopijen kunnen afraken, zal Boormans en Laarman worst wezen. Scrupules hebben ze niet.

Tijdloze taal

Elsschot was zelf reclameman (met een eigen reclamebureau) en heeft de mosterd voor dit werkje gehaald bij La revue continentale illustrée: industrie, finance, commerce, éducation, waar hij in 1912 aan de slag was.

Wat maakt de roman nu zo uniek? Eerst en vooral is er het universele thema. Mensen lichten mensen op en goedgelovige zielen trappen welgevallig in de val. Dat is van alle tijden. Een ander aspect is de schrijfstijl. De taal van Elsschot is helder en zakelijk. Hij schrijft geen woord te veel. Verder is er de alomtegenwoordige droge humor, die naar cynisme neigt. Toen het eerste deel van de dubbelroman Lijmen/Het been in 1923 in de winkelrekken terechtkwam, werden die stijl en het erg typische taalgebruik van Elsschot ongetwijfeld als progressief ervaren. Ook vandaag doen ze nog opvallend modern aan.

Heldere teksten

Daar kunnen we nog iets van leren, dachten we. Tijd om in de boekenkast te duiken en Alphonsus Josephus De Ridder, alias Willem Elsschot, van onder het stof te halen…

Maar zorgen hoef je je zeker niet te maken: we zullen ons niet laten inspireren door het principe van copy/paste van teksten en zijn nog minder van plan je te ‘lijmen’. Wel kiezen we, net als Elsschot, voor heldere teksten. En verder willen we geen eenheidsworst brengen, maar het unieke verhaal van joúw bedrijf en klanten in de kijker zetten, op zo’n manier dat het naadloos aansluit bij de bedrijfscultuur én aanslaat bij je doelpubliek.